De kamer mooi gemaakt met stemmig groen,
ik lig tussen een bonte bloemenpracht.
Mijn ziel houdt aan de liefde vast en wacht.
Ik hoor niet langer wat de vogels doen,
de drukte niet meer van het oogstseizoen.
Mijn ziel is op de uitkijk, dag en nacht,
want er is één persoon naar wie ik smacht.
Treurt hij om mij? Denkt hij terug aan toen?
Tot op de trap als nog zijn voetstap klinkt.
Zijn hand opent de deur. Het voelt vertrouwd.
Mijn geest ervaart ineens het paradijs.
Tijds trage zand lijkt plotseling van goud.
Mijn hoofd wordt nu gekroond met heerlijkheid
en ik voel hoe mijn geest de ruimte vindt.
Christina Rossetti