Noem ik U Heer? U bent de God van mij.
Noem ik U Vriend, van Wie ik zoveel houdt?
U, Koning? Ik ben toch met U getrouwd?
Uw Scepter is geen Staf die mij kastijdt.
Uw liefde is een vlag in top, altijd.
Uw knik maakt dat de hemel open vouwt.
U gaf mij ’t vuur, dat U zelf brandend houdt.
Een nestje voor Uw Duif, dat mag ik zijn.
Hoe wordt dat, als ik intrek in Uw Woning?
Nu noemt U mij nog vriend. Hoe mag ik heten
als U het beste biedt aan brood en wijn?
U nodigt mij dan uit met U te eten.
U haalt me aan, ik mag dicht bij U zijn.
Hoe zal ik zijn, als liefde heerst als koning?
Christina Rossetti