Een echo uit Willowwood

Twee staren in een vijver, hij en zij.
Niet hand in hand, wel één van hart, zo lijkt het.
Bleek en onwillig aan de waterzijde.
Ze staan er aan de rand van het voorbij.

Elk ziet de ander kijken, zij en hij.
Elk voelt een hart dat opspringt, maar moet wijken.
Elk proeft de alsemdrank, bedoeld voor beiden.
Daar bij de zee, die alle leven scheidt.

Er drijven lelies, maar daaronder zijn de
gezichten die verlangend blijven kijken,
onwillig, vastbesloten, ferm en zwijgend.

Een rimpeling doet ze ineens verdwijnen.
De band van net is nu buiten bereik en
de beide harten worden zo gescheiden.

Christina Rossetti


Geplaatst op

juli 2009

An Echo From Willowwood “O ye, all ye that walk in Willowwood.” D.G. Rossetti Two gazed into a pool, he gazed and she, Not hand in hand, yet heart in heart, I think, Pale and reluctant on the water’s brink, As on the brink of parting which must be. Each eyed the other’s aspect, she and he, Each felt one hungering heart leap up and sink, Each tasted bitterness which both must drink, There on the brink of life’s dividing sea. Lilies upon the surface, deep below Two wistful faces craving each for each, Resolute and reluctant without speech:— A sudden ripple made the faces flow One moment joined, to vanish out of reach: So those hearts joined, and ah! were parted so.