O,o, jij krijgt nog spijt van wat je zei.
Geef mij mijn boek terug, laat me je kussen.
Sprak je als vijand of als vriend tot mij:
“Wat een dik boek is dat voor zo’n klein zusje!”
Kom, ik zal pronken met mijn nieuwste hoed.
Ik klem netjes mijn lippen op elkaar.
Ik hou nog wel van jou, zoals dat moet,
maar zeggen wat ik denk? Vergeet het maar.
Ik zal lief en adrem zijn, slim maar klein.
Je ziet me nooit meer lezen, want voortaan
zal ik een vrouwtje uit het boekje zijn.
Maar op een dag, dan klop je bij me aan,
een frisse dag, de zon schijnt door de ruiten,
dan blijk ik weg en kun jij naar me fluiten.
Edna St. Vincent Millay