Als u zegt, voorwaar, wij wisten het niet 1

Ik weet het niet, wat heb ik toch gedaan?
De vraag komt van mijn broer, zijn ziel, zijn bloed.
En ik weet niet welk woord er nog toe doet.
Ik geef de wedloop op, verlaat de baan.

Ik weet niet wat ik deed, voorbij liet gaan,
ga nu het onbekende tegemoet,
dat zonder vrucht zal zijn, vruchteloos woedt,
zou er geen redding uit de dood bestaan.

Wat baat het mij dat ik het inzicht miste
in wat ik deed. Pleit het pleidooi mij vrij,
dat ik hem nooit bewust had kwaad gedaan?

Wees Gij hem toch nabij, Heer Jezus Christus,
Heb, als het kan, ook medelij met mij,
in ’t oordeel, in de dood, in mijn bestaan.


Geplaatst op

augustus 2009

If Thou Sayest, Behold, We Knew It Not —Proverbs xxiv. 11, 12. 1. I have done I know not what,—what have I done? My brother’s blood, my brother’s soul, doth cry: And I find no defence, find no reply, No courage more to run this race I run Not knowing what I have done, have left undone; Ah me, these awful unknown hours that fly Fruitless it may be, fleeting fruitless by Rank with death-savor underneath the sun. For what avails it that I did not know The deed I did? what profits me the plea That had I known I had not wronged him so? Lord Jesus Christ, my God, him pity Thou; Lord, if it may be, pity also me: In judgment pity, and in death, and now.