Niet sierlijker dan dat seringen zijn

Niet sierlijker dan dat seringen zijn,
of kamperfoelie, win je ook niet van
die witte klaproosjes. Ik ben bestand
tegen jouw schoonheid, ook al buig ik mij

diep voor je in het stof, maak ik me klein.
Mijn ogen dwalen rond, maar zonder plan.
Ik merk dat ik je niet ontsnappen kan.
Zo is het ook met mist of maneschijn.

Als iemand die zijn drinken, dag na dag,
van weer een extra druppel gif voorzag,
tot hij wat anderen doodt wel kon weerstaan,

drink ik, het fraais gewoon, elk uur meer hevig,
met grote slokken, en daarmee beleef ik
waar andere mensen aan ten onder gaan.

Edna St. Vincent Millay


Geplaatst op

oktober 2010

THOU art not lovelier than lilacs,—no, Nor honeysuckle; thou art not more fair Than small white single poppies,—I can bear Thy beauty; though I bend before thee, though From left to right, not knowing where to go, 5 I turn my troubled eyes, nor here nor there Find any refuge from thee, yet I swear So has it been with mist,—with moonlight so. Like him who day by day unto his draught Of delicate poison adds him one drop more 10 Till he may drink unharmed the death of ten, Even so, inured to beauty, who have quaffed Each hour more deeply than the hour before, I drink—and live—what has destroyed some men