Niet al te aardig en niet al te slim en
niet knap was hij, en ook in sport niet goed.
Hij kwam, toen ze graag iemand wilde vinden,
het gaf niet wie, ze was er erg aan toe.
En zo raakten ze met elkaar bekend:
Op school trof hij eens met een spiegeltje
haar oog. Zo viel hij op. Sinds dat moment
waren ze vrijwel onafscheidelijk.
Ze fluisterde, hoe eenmaal in de klas
hij met zijn licht haar oog getroffen had.
Toen ze dat zei, verraste het haar dat
dit eigenlijk niet zo bijzonder was.
Wat is je kans? Het voelt behoorlijk goed
dat je gezelschap hebt, een vriend, bij alles wat je doet.
Edna St. Vincent Millay