Sonnetten van een ongeënte boom 9

Niet al te aardig en niet al te slim en
niet knap was hij, en ook in sport niet goed.
Hij kwam, toen ze graag iemand wilde vinden,
het gaf niet wie, ze was er erg aan toe.
En zo raakten ze met elkaar bekend:
Op school trof hij eens met een spiegeltje
haar oog. Zo viel hij op. Sinds dat moment
waren ze vrijwel onafscheidelijk.
Ze fluisterde, hoe eenmaal in de klas
hij met zijn licht haar oog getroffen had.
Toen ze dat zei, verraste het haar dat
dit eigenlijk niet zo bijzonder was.
Wat is je kans? Het voelt behoorlijk goed
dat je gezelschap hebt, een vriend, bij alles wat je doet.

Edna St. Vincent Millay


Geplaatst op

oktober 2010

Not over-kind nor over-quick in study Nor skilled in sports nor beautiful was he, Who had come into her life when anybody Would have been welcome, so in need was she. They had become acquainted in this way: He flashed a mirror in her eyes at school; By which he was distinguished; from that day They went about together, as a rule. She told, in secret and with whispering, How he had flashed a mirror in her eyes; And as she told, it struck her with surprise That this was not so wonderful a thing. But what’s the odds? — It’s pretty nice to know You’ve got a friend to keep you company everywhere you go.