Jij hield volstrekt niet van me; laat het maar.
Ik hield nog meer van jou dan van het leven.
Omdat ik meer gehavend ben, nietwaar,
werd mij zomaar een extraatje gegeven –
Ik mag een wapen kiezen; maar ik laat
de wapens liggen tot ze roestig lijken,
terwijl ik ‘s nacht welsprekend, spottend praat
over politici die niets bereiken.
Ik groet de dageraad, lig overhoop
met hemel, aarde, hel, met elke geest
die zichzelf vrij noemt, met de goden ook,
met schoolkinderen, netjes aangekleed…
En jij zult bij me weg gaan. Zonder haasten
handel ik af wat koud werd, hier vlak naast me.
Edna St. Vincent Millay