Toe, als je van me houdt, verdraag mijn lach
een poos, of laat voor jou mijn tranen zijn.
Ik zag het tollend lot zonder ontzag
jouw weg blokkeren, nu het losse eind
niet past, een afgekauwd stuk levensdraad.
Al evenmin kan het jou zijn ontgaan
hoe onberekenbaar en strak het gaat
met mijn gouden fortuin. Dat houdt maar aan.
Toe, liefste, blijf, zeker vandaag, nog bij me.
Hou me gezelschap, in de zon op reis.
Of ik onttrek me aan dit jaargetijde,
ga triest de weg die jouw vertrek me wijst.
Laten we samen richting lente gaan.
Want zo is liefde. Mocht die al bestaan.
Edna St. Vincent Millay