Die Alfa’s

Ben jij gestorven, kan jouw blik geen zorgen
meer geven, niet meer steken als een dolk en
mij dan doorboren – zoals op een morgen
één ogenblik, precies tussen de wolken

het zicht viel op twee stralende planeten,
die dan ook weer ineens verdwenen waren,
en wie het zag bleef, tegen beter weten
door ’t kille winterglas naar buiten staren –

zal ik dan vrij zijn en opnieuw gelijk
aan anderen, niet meer met jou begaan?
Nee nooit, totdat mijn geest geheel bezwijkt,

jou niet meer oproept in de lucht, niet aan
die morgensterren denkt, met veel meer pracht
dan al die Alfa’s in de sterrennacht.

Edna St. Vincent Millay


Geplaatst op

augustus 2012

When you are dead, and your disturbing eyes No more as now their stormy lashes lift To lance me through — as in the morning skies One moment, plainly visible in a rift Of cloud, two splendid planets may appear And purely blaze, and are at once withdrawn, What time the watcher in desire and fear Leans from his window in the dawn — Shall I be free, shall I be once again As others are, and count your loss no care? Oh, never more, till my dissolving brain Be powerless to evoke you out of air, Remembered morning stars, more fiercely bright Than all the Alphas of the actual night!