Jan presenteert, niet voor het eerst, een stelling:
“De mens is het niet-vastgestelde dier.”
Hij geeft ons wel eens vaker Nietzsche hier.
Soms leidt dat tot gevoelens van beknelling.
Want Übermenschen klinken wat unheimisch.
En om nu, als je wilt filosoferen,
daarbij een heuse hamer te hanteren?
Het lijkt me, dat dat wel wat ongerijmd is.
Natuurlijk brengt, als je jezelf dat toestaat,
die litanie: “Also sprach Zaratustra”
je in een trance, kun je je laten drijven.
Toch vraag ik me, waarom hij dit vermeldt.
Zoals zo vaak, zet dat mij aan tot schrijven.
Die uitwerking is hierbij vastgesteld.