Hou niet meer van me

Hou niet meer van me, laat die god maar lopen,
als liefde bitter smaakt, niet langer zoet.
Mijn handreiking, mijn hart blijft voor je open:
“Vaarwel. Blijf altijd jong. Het ga je goed.”

Wat mij betreft, ik lijd onder de droogte.
Ik dronk, maar hield mijn dorst, vermoed nu dat
mijn kussen weinig waard zijn in jouw ogen,
een afdruk van een beet, een mond vol zand.

Zeg enkel maar iets bots, beschaam mijn traan.
Ga, want pas dan weet ik mijn rug te rechten,
kan ik ‘t gejank van wat zal komen aan –
van vage schimmen, die maar zelden vechten

tegen een stel dat samen zingt en wandelt:
met één, alleen, verloren, is dat anders.

Edna St. Vincent Millay


Geplaatst op

oktober 2014

Love me no more, now let the god depart, If love be grown so bitter to your tongue! Here is my hand; I bid you from my heart Fare well, fare very well, be always young. As for myself, mine was a deeper drouth: I drank and thirsted still; but I surmise My kisses now are sand against your mouth, Teeth in your palm and pennies in your eyes. Speak but one cruel word, to shame my tears; Go, but in going, stiffen up my back To meet the yelping of the mustering years — Dim, trotting shapes that seldom will attack Two with a light who match their steps and sing: To one alone and lost, another thing.