Abou Ben Adhem (prijs zijn nageslacht)
droomde eens vredig, werd wakker en zag
hoe er in zijn kamer, in ‘t licht van de maan,
mooi als een bloem die in bloei lijkt te staan,
een engel iets schreef in een boekje van goud,
sterk door zijn slaap heeft hij zich toen verstout,
sprak de aanwezige vrijmoedig toe:
;Wat schrijf je op?’ Waarop het visioen
‘t hoofd hief en zei, met een blik, zacht en teer:
‘Namen van allen die houden van de Heer.’
‘Sta ik daarbij’, vroeg Abou. ‘Nee, dat niet,’
zei hem de engel. Abou, meer timide,
wel licht van hart nog: ‘Ik vraag u dit boud.
Noteer dat ik van mijn medemens houd.’
Dat schreef de engel. Hij ging. Daags erna
kwam hij opnieuw, in vol licht, toonde daar
namen van elk die God zegen bewijst.
Kijk. De naam Ben Adhem? Top van de lijst.
Leigh Hunt