Je merkt het telkens weer: taal is bijzonder.
Ik wilde dichten over onderhuid,
maar kwam bij allerhande vragen uit,
zoals: wat staat er tegenover onder?
Hiernaar ging ik meteen op onderzoek.
Ik stuitte uiteraard op bovenkant,
op bovenmaanse en een boventand,
maar om mijn onderbroek draag ik een broek.
Ook over kan, ontdekte ik al snel.
Neem overhemden. Maar het overstromen
kan wel eens van de onderstromen komen.
Toch klinkt dat net zo krom als overspel.
Als ik jouw onderneming overneem,
dan zijn wij zelf waarschijnlijk tegenstanders,
maar voor de woorden ligt dat toch heel anders.
Je zit hier hopelijk wel het probleem.
Ook op is nog een prima kandidaat.
Je kunt de zon dagelijks op zien gaan
en onder, net zo gaat het met de maan.
Toch is er altijd veel dat anders gaat.
Wat moet ik aan met twee-onder-één-kap,
dat wordt twee-zonder, ja, zo kan het wel.
Wat staat er tegenover onderstel?
Of onderwijs? Zoveel dat ik niet snap.
De opperhuid is dun en telt vijf lagen.
De lederhuid ook twee, dat zijn er zeven.
De onderhuid wordt nauwelijks beschreven;
zijn naam was aanleiding voor vele vragen.