Ik rij de polder in die ik niet wil.
Vandaag is de Vertaaldag in de Dom.
Helaas. Werk aan het spoor. We rijden om.
Ik zoek subiet naar Zen. Hij houdt zich stil.
Ik mis de opening, dat staat wel vast.
Het is hier groen. Dadelijk Lelystad.
Ik krabbel deze regels op mijn klad.
Verdwaal in taal. Hier onbedoeld te gast.
De zon maakt brede banen door de wolken.
De grazers vraten hier de vlakte kaal.
Nog staat de hele kudde bij elkaar.
Het zijn, dat gaat dat om wie en wat en waar
en om dit hier, dit nu, dit allemaal.
Op deze plek wilde ik dit vertolken.