Over de top

Het duistert. Deze arbeider
ploegt zich naar huis, zijn laarzen lomp.
Aardkluiten spatten op als kaf.
Zijn pet vangt zwaaiend schepjes wind.
Hij haalt de top en vult de lucht.
Raam op het westen is zijn blik.
Die vangt het licht, citroen getint,
terwijl de dag langzaam afloopt,
of glijdt van top naar top, hij steekt
een vuurtje aan de sterren op
(pet aan het hoorntje van de maan).
Zoals hij staat, zijn pijp opsteekt,
zijn onbeschaamdheid onbewust,
verzet hij bergen, als hij wil.
Maar bergen in je handpalm zijn
wel veel gedoe, dus laat hij ze –
of tilt er één, kijkt, sust het woud,
draait hem traag rond en zet hem neer.

Rosemary Dobson


Posted

in

by