Het licht dat lucille clifton bereikte
deed dat toen wat ze wist aan de kant werd geschoven,
toen zelfs haar meest geliefde zekerheden
werden weggevaagd. Het was de zomer
dat ze begreep dat ze het niet had begrepen
en niet eens baas was over haar eigen oog. Toen
de man ontsnapte door zijn stropdas weg te gooien en
de kinderen benen kregen en begonnen te lopen en
ze het gevaar kon zien van een
leven dat nog nooit onder de loep was genomen.
Ze sloot haar ogen, bang om op zoek te gaan
naar haar eigenheid
maar het licht eist in de wereld zijn plaats op;
een stem uit het ongestorven verleden begon te spreken,
ze sloot haar oren en het werd in haar hand uitgespeld:
“je kunt net zo goed opendoen, mijn kind,
de waarheid klopt als een gek op de deur.”
Lucille Clifton