Vele eersten

het meisje uit mijn kleuterklas met kanker
ze zag er zo breekbaar uit zei mijn moeder altijd
mijn tante, de juf vond het moeilijk om het ons te vertellen

het buurmeisje liep met een longontsteking naar buiten
ik zie mijn ouders nog samen bij mijn bed staan met het bericht
haar broertje kwam niet begrijpend dan maar bij ons naar de televisie kijken

meisje van een straat achter de onze
stak de weg over aan de verkeerde kant van de auto
ik snapte maar niet waarom ze daarna werd verbrand

de dominee uit Almelo
zaterdags had hij de psalmen nog doorgebeld naar mijn vader de organist
zondagsochtends kwam het telefoontje

mijn opa, van wie we leerden schaken
gehoord via een wankele telefoonverbinding op een studentenflat
hij had dezelfde ziekte als ik later, ik nu

mijn zus, eerst het telefoontje dat ze ziek was,
daarna een jaar hopen,
daarna een jaar wanhopen,
mijn kinderen kennen haar al niet meer
zo in alles mijn maat, bridge, studie, zus

mijn moeder, alweer die verdoemde telefoon, ze is niet goed geworden en ze is overleden
op die avond van de dodenherdenking hoor ik Jeltje van Nieuwenhoven op de autoradio:
“we denken aan de doden in stilte, omdat zij ons niet kunnen horen”

vrienden familie collega’s buren het houdt maar niet op
president Kennedy werd vermoord op mijn verjaardag
Rabin op een vroege zondagochtend
van Diana hoorden we het in de kerk
het houdt nooit op en het went nooit

onlangs mijn eerste oorlogsslachtoffer, Yulia
stralend slimme studente uit de Oekraïne, nu voor altijd eenentwintig
een Russische aanslag op haar appartement in Kharkiv
na het mailtje van mijn collega blijf ik maar aan haar denken

als kind al wist ik
van alle mensen die ik ken
zal ik de laatste zijn die nog dood zal gaan
terwijl ik er wie weet nog weet van heb

geen slaap geen roes geen narcose
kan me verzoenen met dat besef


Geplaatst op

maart 2022

Voor het Zwols Dichterscollectief. Thema Eerste Dood