Geloof me, want ik ben nogal humeurig,
luister naar me, ik heb maar weinig tekst.
Ik daagde herfst niet uit, wil wat hij scheurde
van het verwoeste bos niet teruggelegd,
leerde op de veranda die kapot was,
in ’t vallen van het blad niet te berusten,
zelfs als de dag maar koud en vol van vorst was.
Verdriet is iets waarvan ik me bewust ben.
Toch met meer moed dan wijsheid – of zo veel
als je resteert, het woord verliest zijn waarde,
je te snel oud wordt, zorgen voelt en deelt,
voortijdig val je neer, stort je ter aarde –
geef ik je na, wat dood ook na kan geven:
leven aan ’t stof, dat ademt en mag leven.
George Dillon