Ik zie dat aarde, elk jaar leeggezogen,
vergeetachtig op warmte reageert,
nieuw leven aanvoert, dat, met open ogen,
onvoorbereid, de zomer attaqueert.
Ik zie scherp haar vertrouwen, haar verraad –
vogels rillend, hun bek opengesperd,
een meidoorn die te vroeg vol bloesem staat,
de slang uit ‘t ei, dat weggenomen werd.
Maar die ontzetting is slechts een vermoeden
zonder gewicht, zoals een vleugelslag,
een herfstblad, vallend in een wei vol bloemen,
door lentes mechanisme ingepakt –
geef lucht en leven, die gedoemde helden.
Ik zal dit aan mijn heerser Dood vermelden.
George Dillon