Al snel zou ik van je hebben gehouden,
wel leuk doen, maar het serieus bedoelen,
oprecht mijn ogen opslaan naar de jouwe,
je hand pakken, mijn lichaam laten voelen.
Uit was het met de grapjes allemaal
waarmee ik jou gewonnen had. Je ogen
zagen me dan vol schroom, ontbloot en kaal,
met alles waarmee ik je had bedrogen.
Alleen ikzelf zou je dan nog resteren,
weer uit telkens dezelfde droom ontwaakt,
ik koesterde mijn winst, bleef die waarderen.
en werd in je geheugen vastgehaakt,
een marmeren standbeeld van een meisje dat
van je zou houden met een dag of wat.
Edna St. Vincent Millay