Annelies van Dalen

Het is een luie zomeravond na een werkdag op de boerderij.
Er wordt gehooid, dus schuiven we vandaag wat extra borden bij.
De deur ligt op twee schragen en we zitten samen op de deel.
De flesjes zijn al open, ik word doezelig in ’t gekrakeel.
Mijn moeder zegt vrij luid ineens, ze lijkt me wel wat aangedaan,
dat Annelies van Dalen…, maar de rest kan ik niet verstaan.

“Ach, die Van Dalens,” zegt mijn vader, “hebben toch ook altijd wat.
Ik wil nog wel meer aardappels. En morgen moet ik naar de stad,
dus moeten Mans en Dieks dan maar samen de laatste weiden doen.”
“Pap, mag ik dan op de combine?” “Dat lijkt me niet verstandig, Koen.”
En moeder fluistert nu omzichtig met mijn kleine zus, ze zegt
dat Annelies van Dalen…, maar ik hoor het nog steeds niet echt.

Vier jongens eten spruitjes en de anderen rode kool.
En Dieks bedenkt zich plots: “Nee vader, morgen moet ik nog naar school.”
En vader vraagt niet eens aan mij of ik morgen misschien wel kan,
terwijl ik net bedacht had om dan langs te gaan bij Gerrit Jan,
om uit te zoeken of er echt wat aan de hand is met zijn zus,
met Annelies van Dalen, maar dat zal me wel niet lukken dus.

Het blijft nog lang onrustig aan die tafel midden op de deel.
En moeder zegt: “Wat is er met je, want je eet vanavond niet zo veel.
Ik sprak trouwens de dominee, dat was wat eerder deze week,
die zei me dat een boerenjongen die wel aardig op jou leek,
laatst voor de etalage stond, van die goedkope juwelier,
met Annelies van Dalen…” “Moeder, is er nog een kratje bier?”

Als ik ben uitgehoest gaat het gesprek weer over het WK.
“Ik zet mijn geld in op één van die voetbalteams uit Afrika.”
“Je geld inzetten? Koen, dat is toch niet wat ik je heb geleerd?
Een spelletje is leuk, maar om je geld? Dat is altijd verkeerd.”
En eindelijk hoor ik dan wat mijn moeder telkens zeggen wou,
dat Annelies van Dalen met een rijke veeboer is getrouwd.

Een jaar geleden is het nu, het lijkt me wel een eeuwigheid.
Dieks is het huis al uit, is naar de Landbouwuniversiteit.
En vader kreeg een hernia, hij kan het werk niet goed meer doen,
dus komt het op mij neer, gelukkig heb ik altijd hulp van Koen.
Het doosje van de ringen waar ik jarenlang voor had gespaard
voor Annelies van Dalen heb ik nu wel lang genoeg bewaard.


Geplaatst op

Bijdrage Zwols Dichterscollectief. Thema: eetkamertafelgesprek.