De liefde, dood, begraven, liep vandaag,
herrezen uit zijn graf, mij tegemoet.
Hij toonde geen herkenning, oogde moe.
Hij leek niet door herinnering geplaagd.
Ik zweeg, maar ik herinnerde me ‘t graag,
Ik voelde weer het bonzen van mijn bloed
en ving een glimp op van die oude gloed.
Ik hoorde de muziek van toen zelfs vaag.
Zocht hij een weerzien? Toen het ons nog goed ging
waren de hoop en liefde snel voor beiden.
Het afscheid kwam, vol liefde, zonder hoop.
Ik weet hoe ziek mijn hart werd toen we scheidden.
Hopeloos, mijn gevoelens in een knoop.
Weerzien? Niet zo, dit was toch geen ontmoeting.
Christina Rossetti