Hij weet alles
over duurzaamheid,
staat pal voor
elke minderheid.
En met zijn fraaie foldertjes
pakt hij de oorlog aan.
Hij, een held
en een rebel,
op een vijftigtal gebieden.
Met petities blijft hij langs
de deuren gaan.
Hij is thuis bij wie geen huis heeft,
hij zingt: ‘Laat mijn mensen vrij’,
Hij marcheert met onbekenden,
maar hij loopt nooit op met mij.
Hij schrijft brieven
naar zijn kamerlid,
over alle immigrantenleed.
Door de slavenhandel ooit
voelt hij zich nog beroerd.
Een profeet is hij,een pacifist,
maar al richt hij zich op vrede,
desgewenst betaalt hij met zijn eigen bloed.
Zijn wortels? De ontwortelden,
hij moet er voor ze zijn.
Hij sterft voor onbekenden,
maar hij leeft niet mee met mij.
Hij zorgt goed voor de dieren,
vol onbaatzuchtigheid.
Hij geeft al wat hij heeft, maar
gaat aan wat ik zoek voorbij.
Liefste, kijk even opzij,
al staat alles in de fik.
Kijk naar het verlangen
in mijn machteloze blik.
Alles over duurzaamheid,
pal voor elke minderheid,
Triest als hij bedenkt dat iemand
ooit alleen zal zijn.
Hij, zoeker en een strijder
in de bres voor alle kinderen.
Een eigen kind, nee, dat is er niet bij.
Een deel van het heelal,
sterren en zee zijn hem nabij,
Hij houdt veel van heel de mensheid,
o, waarom lijkt hij,
dan zo bang te zijn,
komt hij nooit dichtbij?
Dory Previn