De slee

Wanneer verwante beesten willen trouwen,
komt dan niet met bezwaren. Met zijn slee
heeft hij mijn hart doorboort, hij won het jouwe.
Ik heb geen ander, dus hier moet het mee.

Vrouwen zijn het niet waard ze te trakteren.
Ik wijd mijzelf voortaan aan hoger dingen.
Men lacht om mij, maar dat zal ik trotseren.
Ik zal mijn leed op elke hoek bezingen.

Als broeder van de lijster in de bomen,
die met zijn lied, hoe ook de herrie klinkt,
steeds hoger komt, zo zal ook mijn tijd komen.
In de kantine ben ik dan de bink.

En haalt mijn poëzie het zelfs in druk,
betreur die slee dan; hij bracht geen geluk.

Wendy Cope


Geplaatst op

februari 2009

Zeer vrij naar sonnet 116 van William Shakespeare.