Dit is een uur dat ik er niet zou zijn.
Kunstmatig was ik al in slaap gemaakt
waarna mijn borstkas open werd gezaagd.
Alleen het er aan denken doet al pijn.
Mijn zinsbouw in dit vers verraadt het al.
Na een dag opname en onderzoek
hees ik me weer in eigen trui en broek.
Het gaat niet door. Er is een spoedgeval.
Thuis komen langzaam weer de rituelen.
Het is onwerkelijk, want niet bedoeld,
waardoor ik feitelijk nergens toe kom.
De telefoon, eindeloos appen, mailen.
Spanning gaat op en af, maar blijft gevoeld.
En ik heb zelfs mijn polsbandje nog om.