Door de storm getroffen boom

Terwijl de door de storm geteisterde eik zich naar het huis boog –
de resterende helft van zes verdiepingen helde naar de glazen doos
van de keuken over als iemand in de eerste stap van strompelen –
stortte de andere helft neer in de tuin van de buren, een massieve
diagonaal die nergens op leek,
een gewei dat een sterrenbeeld had laten vallen –
toen de haveloze helft nog dichterbij leunde, de tweede plakkerige sneeuwstorm
begon te trekken aan de gebeukte, nog altijd dreigende afsplitsing, en de takken
zich lager voortsleepten alsof ze struikelden over gescheurde zomen
totdat ze ruisten op het dak waaronder ik
snel een avondmaal bereidde, elk geluid een dreiging onder een gestalte waar we onlangs nog van zeiden: dank voor onze boom, hoe hij al die jaren ons nabij was,
dank dat hij ons de seizoenen voordroeg door onze ramen
en in onze kleine tuin, dank voor het zingen van de vogels en het spelen van de eekhoorns
die voorkomen dat we alleen leven, voor de geboden schaduw, het geluid van het slaghout
dat klinkt tot in september als zijn eikels als muntjes
belanden op de tinnen luifel van hiernaast. Wees
ons genadig, jij, massieve pracht, nu beschadigd en zwanger
van vernietiging.
Zo spraken we. Als naar een boek met psalmen
omdat hij de hemel vulde.

Jessica Greenbaum


Posted

in

by