Twee staren in een vijver, hij en zij.
Niet hand in hand, wel één van hart, zo lijkt het.
Bleek en onwillig aan de waterzijde.
Ze staan er aan de rand van het voorbij.
Elk ziet de ander kijken, zij en hij.
Elk voelt een hart dat opspringt, maar moet wijken.
Elk proeft de alsemdrank, bedoeld voor beiden.
Daar bij de zee, die alle leven scheidt.
Er drijven lelies, maar daaronder zijn de
gezichten die verlangend blijven kijken,
onwillig, vastbesloten, ferm en zwijgend.
Een rimpeling doet ze ineens verdwijnen.
De band van net is nu buiten bereik en
de beide harten worden zo gescheiden.
Christina Rossetti