‘t Mirakelbesje truukt je tong. Eén hap
en urenlang smaakt alles zoet. Ligt het
apart, dan trilt het, koud als keramiek,
zelfs in de hete zon van Florida.
Klein als een koffieboontje. Rood als jam –
Verbijsterend. De man die het mijn vader
verkocht, een venter langs een drukke weg,
had nog één tand en één sandaal en riep
me: “Duttah, Duttah”. Ik wou vragen wat
dat was, maar ik werd door de rode knopjes
de auto ingelokt, weg van zijn fruitkraam.
Eén hap. Eet je de rest dan wordt het zacht,
je tanden zwellen, net alsof je mond
vol spekjes zit. Dus hoe lang duurt het tot
je een sandaal verliest, toch door blijft lopen?
Hoe lang voor je die zoetheid zult verliezen?
Aimee Nezhukumarathil