Een tunnel, onverwacht. De treinverlichting,
onopgemerkt niet aan, bewijst zijn waarde;
een zomerdag wordt uitgewist; zijn groen en
verstrooide blauw in een oogwenk vergeten,
een heuvel breed, dan zo weer op niveau,
knipper, Londen to Brighton in 4 minutes,
die dempt mobieltjes – conversatie stokt
pal in een zin, voor iemand maar “… een tunnel”
uitbrengt – de trein raakt vol eigen geluid,
versterkt ratelend rollend materieel,
het venster geurt naar een gereedschapsschuurtje,
ijzer op ijzer, flitslicht voor een foto,
overal binnen bonkt één denkbeeld, in
een hoofd, binnen een trein, binnen een tunnel,
binnen een plooi van tijd, als blokje talk
in een bandenplakblikje langs de straatkant,
een zomerdag, zoals we die weer ingaan
ieder moment nu, toe, ieder moment nu.
Aan gene zijde wachten stemmen op het
vervolg van ons gesprek: “het was een tunnel…”
Paul Farley