Gebed

Bidden? Hoe dan? Maar overdag soms uit een
gebed zichzelf. Een vrouw richt haar gezicht
dat in haar handen rustte, naar het fluiten
van noten in een boom, een toevalsgift.

Geloven? Nee. Al komt ’s nachts soms het ware
ons hart binnen, klein, een vertrouwde pijn.
Een man verstijft. Hij hoort zijn jonge jaren
in het Latijnse zingen van een trein.

Bid voor ons nu. Piano oefeningen
bieden de huurder troost wanneer hij staart,
het stadje in. Schemer. Iemand roept dringend
een kindernaam, als werd verlies aanvaard.

’t Is duister weer. De radio bidt zacht.
Lobith: elfhonderd zeventien, min acht.

Carol Ann Duffy


Posted

in

by