Geen platonische liefde

Zeg me niet dat een brein een brein zal vinden,
een hart ruilt met een hart,
dat geest een geest treft, zoals wind een wind en
daar diep mee wordt verward,
dat door twee vrije kernen wordt gekust
als engelen, zich één geluk bewust.

Gemaakt om slanke liefde te betrachten,
was ik dat dwaze ding.
Ik klom van seks naar ziel, ziel naar gedachte,
dacht aan verandering,
pijlsnel weer van gedachte naar de ziel,
van ziel naar seks, nu daar mijn licht op viel.

Heren die van hun vasten laten weten,
dinerend uit het zicht,
minnaars die, sprekend over geestelijk eten,
op ’t vetste zijn gericht,
zij pochen: zo wordt ziel aan ziel gehecht.
Hoe dat ook gaat, het lichaam is de weg.

Kom, laat me je ’t verklappen: zij die rijden
op lucht en ijdelheid,
zijn erven of door alchemie verleid en
verspillen geld en tijd.
Hun streven is voor altijd rijk te zijn.
Ze vinden slechts voor jeuk een medicijn.

William Cartwright


Geplaatst op

november 2020

De Weerklank 185