Heer Schutter, Dood, wie stuurde u als bode?
Een leerjongen liet u uw boog betomen,
die nu moet rondgaan met de nette doden
in wie het bloed altijd moest blijven stromen.
Of is de aantijging veeleer dat Tijd
u slechts toevallig en onscherp kan raken?
Bent u de schaduw ziek, en nu bereid
naar ’t licht te klimmen, bij hem aan te haken?
Dit was geen sterfelijk jong mens, ik weet het,
met u verstrengeld, maar een hemeling,
die van mij hield en daarom aards bekleed werd
en in een hels preuts pak de clown uithing.
Straks brengt hij goudkruid en een zwarte veer.
Wij lachen samen, want hij is er weer!
Edna St. Vincent Millay