Dit is het uur dat we klein bewegen
in de laatste loodjes van het licht
Nu opent de hemel zijn blauwe gewelf
Ik dacht dat dit uur voor mijn kinderen was
de koeien naar huis brengen
plichtmatig met een stok zwaaien,
maar dit scherp zijn op schemer uit stof
is overal – hier bij de Nijl
draaien de boten
als enorme half verdronken vogels
en ik staar naar het water
dat het stof van mijn tong droomt,
in dit land voelt je mond
als de aanblik van je schoenen
Alles brengt zichzelf terug tot zijn vorm
Gebrek aan licht koelt je shirt
mannen stappen uit kapperszaken
hun huid leeft op in de lucht.
De hele dag
met stof bedekte granieten heuvels
en nu
is de Nijl ineens vlees
een arm op een bed
In Indiase miniaturen
kan ik me niet meer bedenken
wat dit uur zegt –
mensen waren klein,
dieren enkel voorgesteld
door het stof
dat ze opstampten
Al wat ik nog weet van de commentaren
zijn flarden van zoete zinnen
over de kleur van een kom
een linkervoet die op een lotus stapt
scheiding suggereert.
Verhalen over goden
die zulke prachtige vrouwen schiepen
dat ze zelf van hartstocht brandden
en tot as werden verteerd.
Vrouwen toevertrouwd aan tamme papegaaien
eenzame mannen dromend hun schulp in.
Zo velen
zonder morren vernederd
door de afstand tot rivieren
De boot wendt lomig
onder de gebogen passagier
zeilen
gereed voor de maan
vullen zich als een long
Niet langer is er
diepgang in de waarneming
het is nu mogelijk
voor de omtrek van boten
om in stilte te botsen
Michael Ondaatje