Jouw blik?

Jouw blik? Een kamer waar een koning ligt,
om eenzaam aan zijn wonden dood te gaan.
Zijn onderdrukte kreunen geven aan
wat sterfelijk verval heeft aangericht.

Hij zingt, heeft zich nog eenmaal opgericht.
Hij heft een lied uit vroeger jaren aan,
van toen zijn vlag het leger voor moest gaan.
Vrouwen hielden hun rozen goed in ’t zicht.

‘k Weet dat jij met de blik die mij beziet,
hier sta ik, maar met een bezwaard gemoed,
voorbij ziet aan de rust die ik je bied,

de zon ziet en de bonte vogelstoet.
En voor je raam, te missen is het niet,
zwart en wanhopig Doods onroerend goed.

Edna St. Vincent Millay


Geplaatst op

juni 2011

Your face is like a chamber where a king Dies of his wounds, untended and alone, Stifling with courteous gesture the crude moan That speaks too loud of mortal perishing, Rising on elbow in the dark to sing Some rhyme now out of season but well known In days when banners in his face were blown And every woman had a rose to fling. I know that through your eyes which look on me Who stand regarding you with pitiful breath, You see beyond the moment’s pause, you see The sunny sky, the skimming bird beneath, And, fronting on your windows hopelessly, Black in the noon, the broad estates of Death.