Lentelust

Kalkdagen, etenstijd voor onze botten!
IJzerdagen, bloedverbeteraars!
Zoutwaterdagen, rijke jodiumbronnen!
Wanneer komt er weer een doodgewone lentedag?
Mijn hart heeft honger, niet mijn blaas
of mijn brein, en ik wil naar Pittsburgh springen,
zo nodig vanuit Tuskegee, Indiana, me openen als een bloem
in het licht van de lente, groeien als een zilveren trap.
Niets anders kan me tevreden stellen, zelfs niet de dood!
Geen verbroken levensverzekeringen, kanker, verlies van gezondheid,
kapotte meubels, een prostaataandoening, hoofdpijn, zwartgalligheid,
nee, zelfs geen verscheurende wolf die mijn vlees verslindt.
Ik wil het voorjaar, ik wil draaien als een mobiel
in nieuwe frisse lucht. Ik wil geen winterslaap
tussen muren, tussen schuren. Ik wil mijn portie
verdragen, hoewel ik bang ben dat ik te kort schiet.
Zelfs motten, in de ban van de vlam,
zoeken niet zo de warmte als ik.
Zelfs de piloot die in vlammen in de grote groene zee is beland
kan niet heviger een ijspegel willen worden.
Hoewel ik de geslepenheid van de ijspegel bewonder, hoe geven
neppe madeliefjes, plastic rozen of peren van was me ooit een goed gevoel?
Mijn liefste briesje, kom binnen, help me niet naar de roes te streven.
Hemelse koelte, kom zachtjes bij me, neem een stoel.

Kenneth Koch


Posted

in

by