Poca favilla gran fliamma seconda. (Dante)
Ogni altra cosa, ogni pensier va fore,
E sol ivi con voi rimansi amore. (Petrarca)
Het eerst hield ik van jou. Daarna bleek jij
nog meer geraakt dan ik, je zong zo heerlijk.
Mijn lieflijk koeren haalde \’t daar niet bij.
Wie is het meest van wie? Ik was al eerder,
jouw liefde heeft zich veel sneller vermeerderd
Ik raadde naar je, jij voelde mij aan,
en hield van mij, hoe of het ook zou gaan.
Maar afwegen is zinloos en oneerlijk.
Want ware liefde kent geen jou en mij,
dat onderscheid is niet meer aan de orde.
Voor liefde is één twee, zijn beiden één.
Dus is er niets van één van ons meer bij,
hebben we duur en kracht voortaan gemeen:
Samen één liefde, samen één geworden.