Niets slechts in mijn geboortekamer

Niet slechts in mijn geboortekamer – waar de
minuten vol geheimen van de nacht
voorbij kropen, tot aan het licht, de dag –
heb ik gehuild. Bij steppe, fjorden, staarde
ik triest, en zag daardoor nooit goed hun waarde.
Een kamer heeft mij nooit geheel omvat.
In zoveel kamers ben ik aan het licht gebracht.
Een kind van alle moeders, van de aarde.

Nu weet geen enkel vuur mij op te warmen.
De grote wereldbrand heeft afgedaan.
Ik kniel, ik adem in vergeefs verlangen.
Mijn hart brulde zo sterk, is nu zo zwak.
Ik recht vermoeid mijn rug weer en ik pak
mijn kleine goden op, om weg te gaan.

Edna St. Vincent Millay


Geplaatst op

december 2010

NOT in this chamber only at my birth— When the long hours of that mysterious night Were over, and the morning was in sight— I cried, but in strange places, steppe and firth I have not seen, through alien grief and mirth; And never shall one room contain me quite Who in so many rooms first saw the light, Child of all mothers, native of the earth. So is no warmth for me at any fire To-day, when the world’s fire has burned so low; I kneel, spending my breath in vain desire, At that cold hearth which one time roared so strong, And straighten back in weariness, and long To gather up my little gods and go.