Nog deze maan, nog voor de maan verdwijnt,
ben ik al dood, of ben ik al bij jou.
Geen normbesef weegt zwaarder dan de pijn
die ik door onze afstand lijden zou.
Geloof of eer, troost, uithoudingsvermogen,
wat men ook zegt, de regels van de wet,
krijg ik daarmee mijn longen volgezogen?
Word ik daardoor in vuur en vlam gezet?
Tijd voor onthouding, eindeloos geduld,
om kou te lijden en alleen te slapen;
mijn arme zinnen dragen toch geen schuld?
Moet ik zo heel mijn leven laten kapen?
Nee, voor de nieuwe maan zeg je van mij:
Ze is begraven, of waar ze wil zijn.
Edna St. Vincent Millay