Je moet weg, neem wat je past, wat je houdbaar vindt.
Maar wat je ook redden wil, pak het nu gezwind.
Ginder staat je wees met zijn geweer.
Loeiend als een brand gaat hij tekeer.
Kijk toch, heiligen zijn al in touw.
Nu is alles voorbij, beertje blauw.

De snelweg is voor spelers, hou je hoofd erbij.
Pak wat je hebt verzameld in de loterij.
De straatartiest met niets omhanden zet
zijn droedels op de lakens van je bed.
Ook vouwt de lucht zich samen onder jou.
Nu is alles voorbij, beertje blauw.

Al je scheepslieden roeien zeeziek naar huis.
Al je rendierlegers gaan allemaal naar huis.
De minnaar die zojuist je huis verlaat
heeft al zijn dekens van de vloer geraapt.
Ook het tapijt beweegt nu onder jou.
Nu is alles voorbij, beertje blauw.

Laat je stapstenen maar liggen, iemand roept je na.
Vergeet je doden, zij gaan je niet achterna.
De vagebond klopt bij je op het raam.
Hij staat daar met jouw oude kleren aan.
Vuurtje en opnieuw beginnen nou?
Nu is alles voorbij, beertje blauw.

Bob Dylan