‘k Weet niet waarom het mij zo tegen staat,
jouw gele bladen op het smeulend blok.
dood zonder graf, lang een houvast, maar toch –
een zeker en indringend resultaat,
flinke geschiedenis, een rafeldraad –
het streven nu, dat als een mist optrok ,
naar rust in mij, ook al acteer ik nog
als tandwiel in ’t productieapparaat.
Maar ergens in dit zichtbare vaarwel
aan wrede tekens van simpel geloven,
vind ik een pijn zonder zijn parallel
die met ‘t geloof verdween – we staan slecht open
voor meer abstracte waarheid, zeker wel.
Alleen wat tastbaar waar is doet je hopen.
Edna St. Vincent Millay