Hoe gaat zoiets? Eerst zie je haar contouren.
Je spoedt je door de bar, koopt haar een drankje
en later zit je uren op een bankje
over je inrichting te ouwehoeren.
Zij bleek een grote fan van houten vloeren.
Ik riep nog iets over het jaarlijks schuren,
de kwetsbaarheid. ‘Je gaat dat nog bezuren!’
Ik was verkocht. Ze wist mijn mond te snoeren.
Diep donker eiken werd het. In de gang
een hoekje waar zij trouw haar hakjes stalde.
Na drie keer boenen riep ik: ‘Politoer?’
Het hield geen stand. Je hoorde dat al lang.
Ik koos voor lak die het parket verknalde.
Ons huwelijk bleek niet sterker dan haar vloer.