Ik heb altijd zo’n hekel aan de winter.
In alle vroegte stuurt mijn dienstverband
me naar een stageschool in Flevoland.
Dat wordt de eerste trein vandaag; een sprinter.
Een snelle koffie en een gratis krant.
Ik zoek mijn zoetjes, weet ze niet te vinden
en mopper comfortabel, ongehinderd.
Dan zijn we bij de IJssel aangeland.
Onder de rode spoorbrug zie ik in
het matte zilver lichtjes reflecteren
en een vermoeden van een schip passeren.
Dat spoelt mijn wolken weg. De vage kater
wijkt met de beelden van dit oude water.
Een doop; waarmee mijn dag opnieuw begint.