Ik zag je. En ik was meteen verkocht.
Gold ik niet als een dienaar van de rede?
Gestaag een rechte lijn, zo ging mijn tocht.
Stabiel maar saai, van onbesproken zeden.
Toen dit zich door mijn alledaagse vlocht
raakte mijn denken in het ongerede.
Ik zag je. En ik was meteen verkocht.
Gold ik niet als een dienaar van de rede?
Ik was met wie ik was niet meer tevreden.
Ik kwam bij zinnen. Want ik wist het toch:
beter dat dit verlangen werd gemeden.
Weet dit. Ik zou je missen als het mocht.
Ik zag je. En ik was meteen verkocht.