Tijd, graag bereid de dagen te verlengen
als liefde wordt verbroken of ontzegd,
of om de zoete uren om te brengen
van hen die zij aan zij liggen in bed,
is niet aan mij verwant. Ik leed al vroeg,
al toen hij in mijn kindertijd als dief
mijn moeder schoonheid wegnam, en bedroefd
mijn vader boog, ons huis kwam vol verdriet.
Dus als hij denkt dat hij jouw beeltenis
kan schaden met zijn hatelijke koude,
en mij zo bij je weg lokt, zit hij mis.
Nooit erft hij wat aan mij is voorbehouden.
Als tijd met al zijn trucs is uitgeraasd,
houd ik jou nog steeds vast, lief, hem de baas.
Edna St. Vincent Millay