Ik ging, was er balsem in Gilead,
voor jou naar Gilead, beschadigd land,
verwierf die balsem, en met eigen hand
had ik je opgelapt, verbonden, had
ik je doordrenkt met zorg, ik gaf je kracht
(al was liefde verdacht en in de ban)
zodat jij fier en trots je plaats hernam.
Maar balsem vind je nergens, wist ik dat?
Schaars zijn de kruiden van barmhartigheid.
Eer is te koop, een bondgenootschap duur.
Een vos blaft, en wij hebben afgedaan.
We redden ons nog maar een korte tijd.
Als Petrus zoekt naar warmte bij het vuur,
plet men de doorns al. En er kraait een haan.
Edna St. Vincent Millay