Voor de koorleider

Als alles je verveelt, je niet kan boeien,
Bedenk dan maar een puzzel voor je brein.
Chaos in je gedachten moet bestreden.
Denken wordt naar een nieuw niveau getild.

En zo schakel je van de mooie zinnen,
Flonkerend op een fraaie rij gezet,
Gebundeld in wat sierlijke coupletten,
Heel snel langs Halte Alledaagse Woorden,

In een keer door van inhouden naar vormen.
Je oefent met de schakels van de ketting,
Karaktervolle losse onderdelen,
Legt alles eerst maar eens op volgorde.

Mijn hemel, wat is dat toch een gedoe.
Naast elkaar stokjes, boogjes, losse punten,
Ontleed door een taalkundig bioloog,
Punten en komma’s, zelfs gedachtestreepjes.

Qua beeld is er nog niet veel van te maken,
Rustig bouw je je knutselwerk weer op.
Schuiven en schrappen, steeds opnieuw proberen,
Totdat er langzaamaan een nieuwe vorm

Uit dit geknip, geplak tevoorschijn komt.
Verwachtingsvol zie je wat toeval startte,
Waarbij niet altijd alles op zijn plaats valt;
– X blijft vooral de grote onbekende –

IJverig zet je alles in elkaar.
Zo heb je toch op tijd een nieuw gedicht.


Posted

in

by