Het was op de camping, ik sliep nog wel goed.
Niets op mijn programma vandaag.
Ik ging weer een dag zonder doel tegemoet,
De hitte verhindert wel dat je wat doet,
Die maakt alles stroperig traag.
Toen klonk een geluid en zo ben ik ontwaakt.
Het was een voortdurend gebel.
Het was, hoorde ik, in verwarring geraakt,
heel ander lawaai dan mijn wekker ooit maakt.
Tenslotte begreep ik het wel.
Ik ben wakker geworden van andermans wekker,
zo ongevraagd uit mijn dromen geplukt.
Eerst vond ik het raar, maar het werd snel nog gekker,
want zo vroeg op bleek verrassend en lekker.
Vandaag wordt zo’n dag waarop alles me lukt.
Ik vond in de voortent een oude mobiel.
Daar kwam alle herrie vandaan.
Vergeten natuurlijk, ik wist wel door wie.
Een gast die ik ook weer niet dagelijks zie.
Zou dit elke ochtend zo gaan?
Ik stopte hem weg. Ik begon aan dit lied.
De ochtend was aangenaam fraai.
Ik had al een ritme, refrein in ’t verschiet,
Al wist ik volstrekt de bestemming nog niet.
Toen maakte mijn denken een draai.
Want ooit ben ik geboren uit andermans liefde,
Zo ongevraagd op de wereld gezet.
Niemand die vroeg mij, of ik dat beliefde,
Niemand die vroeg mij, of mij dat geriefde.
Vandaag is zo’n dag waarop ik me wel red.
Ik ben wakker geworden van andermans wekker,
zo ongevraagd uit mijn dromen geplukt.
Eerst vond ik het raar, maar het werd snel nog gekker,
want zo vroeg op bleek verrassend en lekker.
Vandaag wordt zo’n dag waarop alles me lukt.
Een zomerse ochtend vol filosofie.
Het is een verrassend geschenk.
Of leven zin heeft, dat weet ik nog niet.
Ik vind dat altijd een lastig gebied.
Vandaag ben ik blij dat ik denk.
Ik ben soms best mopperig, heel de dag door,
Ik ben me dat pijnlijk bewust.
Maar zo ontwaken, daar doe ik het voor,
Ik zing in stilte en voel me eufoor,
Zojuist door het leven gekust.
Ik ben wakker geworden van andermans wekker,
zo ongevraagd uit mijn dromen geplukt.
Eerst vond ik het raar, maar het werd snel nog gekker,
want zo vroeg op bleek verrassend en lekker.
Vandaag wordt zo’n dag waarop alles me lukt.