Er is maar een bescheiden quotum
aan woorden van vijf letters die
men op posities één en drie
met juist dezelfde letter schrijft,
met dan de M als letter vijf.
Het duidelijke voorbeeld? Totem.

Het thema maakte je al warm.
Wanneer je over totems dicht,
maar je dat thema niet zo ligt,
dan wordt de inhoud niet de norm
maar kiest de dichter voor de vorm.
Hij speelt het woordenspel. Alarm!

Het toverwoord dat hierbij meekwam,
dat op commando opendoet
als je daarmee de deur begroet,
is bij de bakker ook bekend
als luxe-brood-ingrediënt.
Een nutsplant noemt men deze sesam.

Een dichterskameraad, die kwam
ooit uit het Gelders grensgebied
en hield wel van zo’n onzinlied.
Dit is een apocrief verhaal.
Ik koos die plaatsnaam hier speciaal,
omdat hij passend is. Didam.

De dichter nam, wat frisjes, rum,
terwijl hij tobde over woorden
die je niet dikwijls samen hoorde.
Weer moest een overgang bedacht.
Het was al midden in de nacht.
Veel potloodschetsen, veel gegum.

Eén laatste vers, voor ‘k af zal zwaaien.
Zes keer zes regels. Een sextet
aan woorden heeft het hier gered.
Gegum en sesam en alarm, met
Didam en totem. Ik word warm met
dat waar ik nu aan toe ben. Jajem.