Een bloementuin? Een drukte van belang.
Brandende liefde voor de duizendschonen,
de bruidsbloem, pijpgras en het vlijtig liesje,
het slaapmutsje, het slaapkamergeluk.
Daar is Suzanne-met-de-mooie-ogen,
staan riddersporen naast de vrouwenmantel.
Zal dat het kindje zijn op moeders schoot,
of wordt het Mozes-in-het-biezen-mandje?
Het duizendblad pal naast het middaggoud,
de goudbloemen en ook de guldenroede.
Daarachter bleu de zilveranemoon.
Zou die verwant zijn aan de Judaspenning?
De geitenbaard, de kattensnor en -staart,
de hondstand en de grote berenklauw,
het leeuwenbekje en de tijgerlelie,
de egelskop, de wolfskers en de daslook.
De monnikskappen vind je bij het kruiskruid.
Geen mens vernielt ooit lelietjes-van-dalen,
geen landbouwer heeft last van boerenwormkruid,
behalve dan een kruidje-roer-me-niet.
De meeste bloemen zijn vergeet-mij-nietjes.
Behalve uiteraard de Afrikaantjes.
Die naam daarvan moest onlangs ‘s winters wijken:(1)
tagetes werd het politiek correct.
Jammer genoeg geen naam die lekker bekt.
1.In 2020 heeft de gemeente Winterswijk de aanduiding Afrikaantjes van de informatieborden verwijderd. Tagetes werken uitstekend tegen engerlingen.